PASEN: Geen tijd om er uit te zijn, maar meer dan ooit om er in te zijn.
Pasen sluit het Paastriduüm af: het drieluik van Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille zaterdag. De Heer Jezus heeft de zending namens de Vader tot een goed einde ‘volbracht’. Maar veel meer nog heeft het Pasen van de Heer de zending tot een nieuw begin gebracht. Van dàt begin zijn wij allen door ons doopsel christen geworden. In de Paasvieringen belijden wij eens te meer onze gehechtheid aan Christus. Niet in het minst door de plechtige hernieuwing van onze doopbeloften. Op Palmzondag stonden we er nog met enkel een schamel palmtakje in de hand; met Pasen is ons geloof al een weelderige boom, geplant aan het water van ons doopsel.
U hebt het deze week -als het weer wat meezit- vaak gehoord: dit is nu echt een goede week, en met het verlengd weekend van Pasen zal de kust zeker nog meer worden aangeprezen door de weerprofeten, als te bezoeken en te genieten.
Ons christenen is evenwel met Pasen aangezegd: De Heer Jezus is opgewekt uit de dood. Het Hoogfeest van Pasen is geen weerkundig gebeuren, maar een Christus-gebeuren. De evangelisten wenden hun beste kunnen aan om dit met hun paasgetuigenis te verhelderen.
Maria van Magdala, Johanna en Maria en de andere vrouwen zijn duidelijk aangeslagen en radeloos. Drie dagen hebben zij erop gewacht, ondertussen welriekende kruiden klaar gemaakt, vroeg in de morgen al vertrokken en dan … het lichaam van de Heer Jezus is er niet. Verwarring en ontgoocheling halen de boventoon. Wat ze verlangden te doen -de eerbiedige lijkverzorging die er die Goede vrijdag aan was ingeschoten- kan niet meer. Het graf is leeg bevonden en de Heer Jezus is weg. Twee mannen, op hun paasbest, in stralend wit gekleed doorbreken de ontreddering en geven duiding: Waarom zoekt gij de Levende onder de doden? Hij is niet hier, Hij is verrezen. Met twee mannen geven zij naar de Joodse wet een rechtsgeldig getuigenis, en heroriënteren de ontzetting en emotie van de vrouwen. En het zijn precies de vrouwen die als eersten tot een paasduiding komen van het lege graf. Zij zien en begrijpen. Maar hoe dit melden aan mannen: ook in die tijd blijkbaar al moeilijk. Vrouwen met zo’n getuigenis over de Heer Jezus: dat scoorde niet echt bij de apostelen. Twijfel bleef. De leerlingen blijven in het paasdiscours steken, terwijl de vrouwen reeds het paasparcours hebben betreden: van zorg voor de dode Heer Jezus groeit hun gelovig engagement voor de Levende Heer Jezus. Zij zijn als het ware verkocht aan de Levende, zoals alleen vrouwen enthousiast kunnen zijn. De bezonnenheid van Petrus en Johannes volgt enkele ogenblikken later, maar zal wel de jonge Kerk stichten, sterk getuigenis afleggen in woord en daad en het martelaarslijden aanvaarden in het voetspoor van hun Heer en Meester.
Pasen staat ver af van een lenteweergevoel, van een leuk weekend, drie dagen om er even tussen uit te zijn zoals ik dat in reclame in de brievenbus vond. Als U het mij vraagt willen we er als christenen nu net niét drie dagen uit zijn. Willen we er als christenen nu juist net niet drie dagen in zijn? Er in zijn om het paasparcours te gaan met de vrouwen, om doorheen alle wederwaardigheden van ons leven en samenleven in deze tijd ons nieuw te laten aanspreken voor dat blijvende engagement met de Levende Heer. Verrijzenis valt niet helemaal uit te leggen met verstandige woorden. Het is een ontmoeting en onverdiend geschenk. Een nieuwe morgen, een nieuwe toekomst, ons leven krijgt betekenis. Dag van de overwinning, de dood is daarbij niet vergeten noch vernield, maar wél overwonnen voor altijd. En van nu af leidt de Verrezene ons op nieuwe wegen om er altijd in te zijn, in de kring van zijn geliefde kinderen, van zijn huisgenoten door het doopsel. Het evangelie en de vrouwen van het eerste uur verzekeren ons van de waarheid van de Blijde Boodschap dat de Heer Jezus leeft bij de Vader, voor ons. Sterven is eenmalig; verrijzen met Christus, is voor altijd!
Ik sluit me volgraag aan bij hun getuigenis, en ik twijfel er niet aan: U ook!
Zijn aanwezigheid is niet meer voelbaar voor onze zintuigen maar brandt in onze harten. Zijn gebroken Brood doet ons leven zingen. Eén dag is niet voldoende om de paasvreugde te bevatten. We blijven er in, de nieuwe dag spreidt zijn adem van Pasen tot Pinksteren, en bereidt onze harten voor op de Adem van de Geest.
Bekennen wij ons vernieuwd tot de Heer Jezus en belijden wij met overtuiging en met liefde dat wij er in willen zijn, niet enkel deze paasdagen, maar alle dagen van ons leven. Dan zal de vreugde van de Verrijzenis ten volle in ons zijn, levenskracht voor al onze dagen.
De Heer zij geprezen. Alleluia!
Zalig Hoogfeest van Pasen,
Gunter Maes