“Voor de toegewijden, stillen in den lande
die van binnen branden met een heilig vuur, danken wij U, Heer.
Vaders die ons leidden, moeders die ons droegen,
niet alleen van vroeger zijn ze, maar van nu, want ze zijn van U!”
Geven deze twee strofes uit het lied (ZJ 552) niet mooi aan wat de Kerk viert op Allerheiligen en Allerzielen?
Hoewel het twee heel verschillende “feesten” zijn, is er toch een bijzondere band tussen beiden.
Allerheiligen
Al vanaf de eerste Kerk was het de gewoonte om de doden te herdenken. In eerste instantie waren dat vooral de martelaren die voor hun geloof waren gestorven. Men verzamelde bij hun graven om er samen eucharistie te vieren en het geloof waarvoor die martelaren stierven, samen te belijden. Al snel ontwikkelde ook de heiligencultus: de verering van vrouwen en mannen die tijdens hun leven op bijzondere wijze blijk hebben gegeven van een levenswandel in het spoor van Jezus. Omwille van hun levensvoorbeeld worden ze geprezen en gelden ze als voorbeeld voor de christenen. Tot op vandaag roepen mensen hun hulp in: omdat zij als heilig worden aanschouwd geloven wij dat zij “voorspreker” zijn voor ons, dat zij voor ons ten beste spreken bij God. Hoe vaak eindigt een gebed tot God niet met de bede: “wij vragen U dit op voorspraak van de heilige …”.
Velen onder ons zullen zich nog goed herinneren hoe voor elk kwaaltje, elke stiel of gelegenheid er een patroonheilige bestaat op wie je beroep kan doen: de heilige Apollonia voor tandpijn, de heilige Antontius (van Padua) voor verloren voorwerpen, Sint-Nikolaas voor zeelieden, handelaars en kinderen, Sint-Laurentius onder meer voor diakens, textielarbeiders, herbergiers en archivarissen, Sint-Antonius Abt van varkenshoeders, slagers, schutters, tegen de pest, porseleinbewerkers … en als niets meer kan helpen is er de heilige Rita, patrones van de “hopeloze gevallen”. De reden waarom wij heiligen in deze welbepaalde situaties mogen aanroepen, heeft meestal te maken met een voorval tijdens hun leven. Sint-Rita werd meermaals geweigerd om in te treden in het klooster, werd echter niet hopeloos maar volhardde in haar roeping en met succes. Dat we Sint-Damiaan aanroepen voor ongeneselijke ziekten is het logische gevolg van zijn levenswerk. Het ‘patronaat’ van heiligen kan ook verbonden worden met hun dood: Sint-Apollonia werden de tanden uitgeslagen tijdens haar marteling.
Deze ‘volksdevoties’ rond de heiligen lijken te verdwijnen maar de heiligen zélf blijven gelukkig bestaan. Het was voor onze Kerk in België trouwens een bijzonder groot feest, enkele jaren geleden, toen we er zelfs nog een heilige bij kregen: Damiaan van Molokaï. Deze missionaris vormt wereldwijd voor velen een inspiratie. En zo keren we terug naar de kern van de heiligenverering: niet (enkel) omwille van hun voorspraak en vermeende tussenkomst maar wel omwille van hun levensvoorbeeld zijn zij ons tot voorbeeld.
Allerzielen
In het spoor van Allerheiligen ontstond er een tweede herdenken: dat van “alle zielen”. Wat immers geldt voor de heiligen, geldt in zekere mate voor alle doden. Zij zijn door de kerk dan wel niet “Heilig” of “Zalig” verklaard. Toch hebben onze geliefde overledenen ook vaak – in alle bescheidenheid – een heilig leven geleid. Zij zijn ons voorgegaan in geloof, hebben met liefde zich over de familie ontfermd, van onze overleden (groot)ouders ontvingen wij het leven, … Het is dus goed dat beide feesten na elkaar worden gevierd: de heiligen bij God en Gods volk onderweg naar die heiligheid vormen wezenlijk één gemeenschap!
Het grootste verschil tussen beide feesten is misschien het feit dat er bij Allerzielen veel minder rituelen of devoties zijn ontstaan. Naast een gebedsdienst, in het bijzonder voor de overledenen van het voorbije jaar, staat er een kerkhofbezoek op het programma. We maken de graven schoon, branden er een kaars en zetten – traditioneel – een chrysant op het graf. Al die bloemen vormen een bonte lappendeken die samen met de kleurenpracht van de herfstbladeren voor een heel eigen sfeer zorgen.
Verrijzenisgeloof
Er bestaat misschien wat schroom om over een “feest” te spreken wanneer het gaat over Allerzielen. En deze aarzeling is ergens terecht. Niemand denkt aan feesten bij het heengaan van een geliefde. Bij sterven voelen we pijn en verdriet. Het is de pijn die ook de leerlingen voelden toen Jezus de kruisdood onderging. Ons christelijk geloof neemt deze pijn en het verdriet, neemt dit afscheid niet weg. Ze verdoezelt het ook niet. Wel laat ze de leegte die de dode achterlaat leeg. Het is de verlorenheid van Stille Zaterdag. Ontreddering en rouw krijgen een plaats, maar tegelijk – en dit kan ons misschien troosten – is er het hoopvolle perspectief dat Jezus’ verrijzenis ook ons deel zal zijn. De dood heeft niet het laatste woord, de dood is overwonnen op Paaszondag en daardoor weten wij dat God geen leven verloren laat gaan.
Vandaar dat we van een sober en bescheiden “feest” mogen spreken: ook onze lieve doden overwinnen de dood mét Jezus en mogen opgenomen worden bij God. Bij uitvaarten hoor je wel eens de bekende zin “Dood ben ik pas, als jij me bent vergeten”. Daarin zit natuurlijk een grote waarheid: de overledene leeft verder in ons hart en onze gedachten, maar het christelijke verrijzenisgeloof gaat tegelijk nog een stap verder. God vergeet je nooit! Zelfs als niemand nog aan je denkt blijf je bij God verder leven.
Dat zingen we bovendien uit wanneer de overledene naar zijn laatste rustplaats wordt gebracht:
“Ten paradijze geleide u de engelen …
moge ‘t koor der engelen u met vreugde ontvangen …
gij zult voor eeuwig in het land van vrede zijn.”
Het verrijzenisgeloof is dus een hoopvolle boodschap in deze eerste dagen van november, die ook door verdriet worden gekenmerkt: pijn om het afscheid en (hopelijk) troost omwille van de verrijzenis. Die troostende bemoediging wensen wij u in elk geval toe. En vooral: een geïnspireerd Allerheiligenfeest. Voorgegaan door alle grote en kleine heiligen, niet in het minst onze lieve doden, mogen we ons gesterkt weten als Gods heilig volk op weg naar zijn Rijk!
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.