Vanaf de start van dit nieuwe liturgische jaar, willen we ook – met de hele “Nederlandssprekende Katholieke Kerk” – een vernieuwing doorvoeren.
Sinds we in de eigen taal de eucharistie vieren en bidden, zijn er twee vertalingen van het Onze Vader in omloop.
Eentje voor Vlaanderen en daarnaast eentje voor Nederland. Al vele jaren is er het verlangen om tot één vertaling te komen. Nu er een commissie bezig is met het opnieuw vertalen van het missaal en dus het opfrissen van de liturgische teksten, hebben ze ook gewerkt aan één versie van het Onze Vader die zowel in Nederland als België gebeden wordt.
Er is daar al veel over geschreven en gezegd. Vooral dat het woordje “bekoring” is vervangen door “beproeving”. Onze kersverse kardinaal, mgr. De Kesel, schreef hierover recent: “Bekoren betekent aanzetten tot het kwaad. Dat wordt in de Schrift van de duivel gezegd, niet van God. God probeert niet de mens tot het kwade aan te zetten. (…)Toch is het een onmiskenbaar bijbels besef dat God het geloof van iemand op de proef kan stellen. Zo wordt Abraham op de proef gesteld. Zo wordt ook Jezus op de proef gesteld. ‘Toen dreef de Geest Jezus naar de woestijn. Veertig dagen bracht Hij in de woestijn door, terwijl Hij door de satan op de proef werd gesteld.’ (Mc 1,12-13) De formulering is opvallend en ter zake: het is de Geest die Jezus naar de woestijn brengt om daar, veertig dagen lang, door de Satan op de proef gesteld te worden. Niet dat Gods Geest ons lokt om het kwade te doen en ons in die zin beproeft. Maar Hij kan ons wel in situaties brengen waar ons geloof op de proef wordt gesteld. Het zijn situaties waarin we onherroepelijk voor de keuze staan: voor God en dus tegen het kwaad, of voor het kwaad en dus tegen God.” Het komt er dus op aan wanneer we door ons gelovig zijn beproefd of bevraagd worden – dat we aan God vragen dat Hij ons daarin steunen mag en ons sterkt opdat we standvastig mogen blijven, opdat ons “JA” naar Hem ook een “JA” mag blijven. “Het gaat erom dat we, als puntje bij paaltje komt, onze roeping als christen niet zouden verloochenen” zegt Kardinaal De Kesel hierover.
Los van dit alles: de nieuwe vertaling is op zijn minst een uitdaging om eens woordelijk stil te staan bij wat we soms gewoonweg gedachteloos afdreunen. Het is een uitnodiging om bewuster te bidden, in het bijzonder dit wonderlijk mooie gebed dat Jezus ons gaf. De advent, waar we uitkijken naar de (weder)komst van de Heer is daarvoor alvast een eerste mooie aanzet. Aan elk van u een gezegende tijd gewenst.
Deken Geert en priester Herbert
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.