“Keert tot Mij terug”. Joël 2.
De vasten is bij uitstek een tijd van bekering, van vergeving vragen en vergeving schenken.
Hoe ga ik om met wat misloopt in mijn leven?
Redeneer ik mijn schuld weg …
Maak ik anderen zwart om mezelf wit te wassen …
Of durf ik deemoedig bekennen …
Herinner jij je momenten waarop je van iemand vergiffenis mocht ontvangen?
Kan jij echt “vergeven en vergeten”?
Zoals we zijn, mogen we voor God komen.
Zijn barmhartigheid maakt ons nieuw.
Kijk jij uit naar een kans?
Wat maakt het je moeilijk?
Heer God,
Gij hebt geduld met de mens,
het werk van uw handen,
Gij neemt ons steeds weer gastvrij op
als wij vreemde wegen gingen.
Leer ons ook geduld te hebben
als wij beneden de maat blijven,
falen en teleurstellen.
Laat niet toe dat wij de moed verliezen
en ons vereenzamen.
Het leven herneemt telkens opnieuw
voor wie weet vol te houden.
Help ons in uw aanwezigheid
te blijven geloven
ook als de tekenen uitblijven
van uw kracht.
“Leer ons het nieuwe te zien
dat Gij met ons begonnen zijt”
Gij zijt de God van het onmogelijke
die aan onze wereld vervulling geeft.
(V. Deschacht)