Wij zeggen dank
19. Geloofsbelijdenis
Nadat we gevoed zijn met het Woord van God en een moment van stilte hebben gehouden is het aan ons om erop te reageren. We zeggen eerst van binnen: 'spreek, Heer, ik luister', en dan 'ik geloof wat U zegt; Ik geloof U'. Hoe doen we het? Door samen ons geloof te belijden. De geloofsbelijdenis is een onderdeel van de maaltijd die voor sommigen moeilijk te verteren is. Opstaan en luidop uiten wat je gelooft is vandaag niet vanzelfsprekend, en nog minder als je niet begrijpt wat er wordt gezegd. Maar je bent niet alleen in het geloof. Door samen 'ik geloof' te zeggen binnen een kerkgebouw, tijdens een viering en te midden van een gemeenschap kunnen we ons met elkaar versterken, verbinden en verenigen als leden van één geloofsfamilie. Er zijn veel manieren om 'ik geloof' te zeggen. In de Bijbel kunnen we verschillende getuigenissen vinden van mensen die dit met overtuiging en luidop zeiden. Als concreet voorbeeld horen we Martha, de zus van Lazarus, die tegen Jezus zei: Heer, ik geloof vast dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods, die in de wereld komt (Johannes 11, 27). Vandaag de dag zijn er andere teksten van verschillende auteurs die verwoorden wat zij persoonlijk geloven; de meeste van hen gaan vooral over hun persoonlijke visie op het leven. Hoewel deze teksten waardevol zijn, belijden wij in onze liturgische vieringen slechts twee officiële versies van de geloofsbelijdenis: de geloofsbelijdenis van de apostelen en de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel. De vroegchristelijke apostolische geloofsbelijdenis is bijzonder, omdat die gezien wordt als een samenvatting van het geloof van de apostelen. De grote geloofsbelijdenis staat in hoog aanzien, omdat die voortkwam uit de grote concilies van de nog ongedeelde kerk (Nicea 325, Constantinopel 381) en tot op heden het gemeenschappelijke fundament is van de christenen, zowel in het Oosten als in het Westen. De twee versies van de geloofsbelijdenis zijn niet zonder problemen ontstaan. De Kerk heeft hen beschermd tegen misverstanden en vervalsingen van de boodschap van Christus. Sommigen zijn zelfs ervoor gestorven.
De versie van de geloofsbelijdenis die onder ons het meest bekend is luidt als volgt:
Ik geloof in God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer;
die ontvangen is van de heilige Geest
en geboren uit de maagd Maria;
die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
gekruisigd is, gestorven en begraven;
die neergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden;
die opgevaren is ten hemel
en zit aan de rechterhand van God, zijn almachtige Vader.
Vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden;
Ik geloof in de heilige Geest;
de heilige katholieke kerk,
de gemeenschap van de heiligen,
de vergiffenis van de zonden,
de verrijzenis van het lichaam
en het eeuwig leven. Amen.
Op deze manier geven we een antwoord op het Woord van God en blijven we de grote elementen van ons geloof als christenen gedenken en belijden. Bovenal belijden wij een geloof dat voortkomt uit de liefde van en voor God. Zonder Hem zouden we niets kunnen belijden!
Laat je geloofsbelijdenis een spiegel zijn! Kijk erin naar jezelf, om te zien of jij alles wat je verklaart te geloven ook werkelijk gelooft. En verheug je elke dag over wat je gelooft. (Heilige Augustinus van Hippo)
Pr. Orlando