WIJ ZEGGEN DANK
3. Leken
Onderweg maken we een stop bij de Kerk.
Als we zeggen: 'laten we naar de Kerk gaan', waar denken we dan aan? Aan het hoge gebouw met een kruis bovenop de koepel? Als we de klokken horen luiden, waar verwijzen ze ons dan naar? Wat bedoelen we als we zeggen 'jongeren komen niet meer naar de Kerk'? Wanneer de paus of een bisschop een toespraak houdt, zeggen sommigen: 'de Kerk zegt dit en ik ben het er (niet) mee eens'. Maar wat is de Kerk eigenlijk?
Dit doet mij nadenken over het verschil tussen ‘huis’ en ‘thuis’. Als we het over een huis hebben, bedoelen we de plaats waarin mensen wonen. Er zijn grote huizen, kleine, met verschillende ontwerpen. Niet iedereen komt een huis binnen; een huis is soms open en soms gesloten.
Een thuis, meer dan een fysieke plek, is die sfeer die wordt gevormd dankzij de mensen die in het huis wonen. Thuis ben je altijd welkom. Als we zeggen 'ik voel me thuis', bedoelen we 'ik voel me welkom', 'ik voel op mijn gemak', 'ik kan deel uitmaken van degenen die hier zijn'.
Hier zien we het verschil tussen wat de Kerk is en wat een kerkgebouw is, wat vroeger 'tempel' werd genoemd. Het kerkgebouw is een constructie die lang geleden door verschillende mensen is gemaakt. Oude gebouwen moeten hier en daar gerepareerd worden, sommige zijn mooier dan andere, sommige hebben een meer persoonlijke betekenis omdat we er een belangrijk moment in ons leven hebben gevierd, sommige trekken ons meer aan dan andere.
We zijn Kerk. De Kerk, dat thuis, wordt gevormd in de loop van de tijd. De Kerk is het volk van God dat meewandelt. De Kerk is Zijn familie, iedereen, iedereen, iedereen: misdienaars, lectoren, kosters, organisten, koor, klusjesman, secretaresse, parochieploeg, Kerkfabriek, diakens, priesters en nog veel meer!
De Kerk is groter dan wat we fysiek zien. De Kerk is meer dan mijn individuele geloof, meer dan het geloof van mijn familie, meer dan het geloof van de mensen in mijn omgeving die samenkomen, meer dan het bisdom, meer dan het geloof van mijn land. En ieder van ons maakt deel uit van deze grote familie van God, ieder heeft zijn plaats in deze Kerk.
De leken, alle gedoopten die niet gewijd zijn, hebben hun plaats in deze Kerk. Geen van hen is meer of minder belangrijk dan de gewijde. Zij vormen die sfeer, dat huis, en niet alleen de diakens, de priesters of de parochieploeg. Wij vieren dit allemaal als kinderen van God, als broeders en zusters.
Leek zijn. Heb je erover nagedacht wat het betekent?
Ik denk dat we hierover stilstaan en nadenken. We zijn als Kerk meer dan die groep die toevallig samenkomt...
Orlando G.
