In februari mochten we enkele organisten van onze parochie Lokeren-Moerbeke interviewen. Zij vertelden hoe ze hun taak met passie en bezieling uitvoeren. Uiteraard zijn er nog meer mensen betrokken bij de goede werking van onze parochiegemeenschappen en we vonden het dan ook logisch om ook andere mensen te vragen naar hun inzet hiervoor. En zo kwamen we uit bij enkele bloemschiksters, die als vrijwilliger hun job als “bloemenmeisje” met veel liefde uitvoeren … De meeste dames zijn al jaren actief in deze sector. Ze zorgen voor de versiering van de kerk, sommigen voor het altaar, anderen voor de pilaren of de paaskaars, maar iedereen is even gepassioneerd door het creatieve schikken van bloemen en planten om de wekelijkse vieringen werkelijk luister bij te zetten. We namen het besluit om de vrijwilligsters bij hen thuis te bezoeken. Dit gaf als bijkomend voordeel dat we ze bij “hun” bloemen konden fotograferen. En zo hadden we een babbel met Diane (O.-L.-V.-Hemelvaart Eksaarde), Henriette en Monique (Heilig Hart Heiende), Hilde (Sint-Antonius Abt Moerbeke), Irene (Sint-Laurentius) en Mariette (Sint-Anna Heirbrug).
Waaruit bestaat je job precies?
Diane: Ik verzorg het altaar. Als er iets speciaals gebeurt, bijvoorbeeld een jubileum, een begrafenis of de vormselviering, dan zorg ik voor iets extra’s. Bij het vormsel zorg ik voor een relatief groot stuk op het altaar en twee kleinere stukken die de kinderen dan aandragen bij de offergang.
Irene: Ik versier meestal de drie kandelaars naast het altaar. Meneer de deken heeft liefst dat het altaar vrij blijft. Eigenlijk gaat het om twee kandelaars en de paaskaars. Ik werk daar liefst thuis aan.
Hilde: Ik zorg ook voor het altaar. We hebben daarrond wel strakke regels gekregen, bijvoorbeeld het vrijhouden van bepaalde delen van het altaar. Bij de grote feesten, zoals communies en vormsel, doe ik ook de pilaren. Ik vind een versiering op het altaar wel gepast, want in vele andere kerken is dat ook zo. Ik let daar natuurlijk op … Bij een feestelijk gedekte tafel horen bloemen, vind ik.
Henriette: We hebben een vast patroon: ik doe het altaar en Monique versiert de paaskaars.
Mariette: Eigenlijk wordt er van mij niet zo veel verwacht. Ik mag mijn zin doen. In het begin zorgde ik voor een boeket tijdens een uitvaart, maar stilaan is dit uitgegroeid naar meer verfraaiing in de kerk. Ik probeer er wel voor te zorgen dat het allemaal niet te duur uitvalt, want momenteel is de prijs van bloemen redelijk hoog. Ik verzorg het altaar en alles wat met bloemen en planten kan verfraaid worden. Momenteel staan er enkele clivia’s in de kerk. Voor de TV-mis in april hebben we de kandelaars versierd, maar ook een groot stuk vóór het altaar. Ik zeg “we”, want ik kreeg hulp van Irene.
Hoe geraak je aan de nodige bloemen?
Monique en Henriette: We vinden veel op de markt en soms in warenhuizen. Vaak gebruiken we natuurlijke materialen, zoals wilgenkatjes in het voorjaar.
Hilde: Voor grote gelegenheden ga ik naar een bloemist en daar bestel ik die. Voor de andere gelegenheden combineer ik dat vaak met de gewone boodschappen. In een warenhuis vind ik soms speciale aanbiedingen, maar ook in de gewone bloemenwinkels. Uit de tuin haal ik soms ook wel iets, maar momenteel is dit niet aan de orde wegens te droog. Ik koop losse bloemen die ik daarna schik tot één geheel.
Mariette: Meestal koop ik ze, want bloemen uit de eigen tuin zijn wel mooi, maar niet altijd even duurzaam als bloemen uit de winkel.
Diane: Ik voorzie alles zelf, maar ik krijg daar natuurlijk een budget voor. Ik haal mijn bloemen altijd bij een groothandel. Vrijdag rijdt mijn man daar om en ik begin daarna aan mijn boeket dat ik zaterdag in de kerk bezorg.
Irene: Heel vaak ga ik naar de markt. Mijn dochter heeft een grote tuin met een bos achteraan, waar ik het nodige groen kan vinden. Sommige onderdelen, zoals de oasis, kan ik wel recupereren. Ook bij een bloemist vind ik het nodige materiaal. Soms haal ik bloemen uit Sluis, als ik daar dan toch ben. Normaal gezien gaat zo’n pakket 14 dagen mee. Ik ga wel tweemaal per week naar de kerk om water bij te vullen.
Is er iemand die je zegt welke bloemen je moet voorzien, of mag je dit zelf beslissen?
Irene: Ik mag doen wat ik wil en ik mag ook bepalen waar ik mijn materiaal haal. Uiteraard probeer ik dit zo goedkoop mogelijk te doen, zonder dat de kwaliteit eronder lijdt.
Monique en Henriette: We mogen vrij kiezen. Er wordt ons niets opgedrongen. Wij vinden het wel een beetje moeilijk om niets op het altaar te zetten. Maar we proberen dat op te lossen met een klein bloemstukje dat niet te veel opvalt.
Diane: Ik mag zelf kiezen, maar soms vraag ik of ze een bepaalde bloem of kleur verkiezen. Meestal echter zijn ze tevreden en laten ze mij mijn gang gaan.
Mariette: Ik mag mijn goesting doen. Soms geeft men mij wel een suggestie om een bepaalde kleur te gebruiken, bijvoorbeeld voor de TV-mis. Maar er is nog niemand geweest die mij vertelde dat het te duur uitviel.
Hilde: Ook ik mag zelf kiezen. Uiteraard hangt veel af van het aanbod op dat moment.
Hou je rekening met de liturgische periode en pas je de bloemkleuren aan, of speelt dit geen rol?
Diane: Toch wel; ik heb een boekje waarin alle perioden staan en zo kan ik de kleur van de bloemen aanpassen aan de juiste liturgiekleur. Ik vind voor elk seizoen de gepaste bloemsoorten. Af en toe kijk ik ook eens op de markt en meestal vind ik daar wel wat ik zoek. Ook voor het groen kijk ik goed uit. Tijdens deze droge periode kost het groen bijna even veel als de andere bloemsoorten. In de winter is dat geen probleem: er is genoeg sparrengroen, maar nu stop ik soms een bloemetje meer in het boeket, om minder groen te moeten gebruiken.
Mariette: Neen, ik doe dat niet. Meestal gebruik ik groen. Maar met Pinksteren bijvoorbeeld ga ik ook rood verwerken of paars tijdens de advent en de vastenperiode.
Monique en Henriette: Eigenlijk proberen we wel rekening te houden met de liturgische perioden. Op Pinksteren bijvoorbeeld zorgen we voor witte en rode kleuren. Tijdens de mariamaand worden er hortensia’s aangekocht.
Irene: Ik heb een vriendin die voor de abdij van Dendermonde werkt, en zij houdt daar sterk rekening mee. Maar ik hou vooral rekening met het aanbod van het moment. Ik herinner me dat ik een werkje gemaakt had met mooie donkerrode rozen, maar helaas komt dit vanop afstand niet echt uit in de grote kerk. Daarom zorg ik voor bloemen met een lichtere kleur. Ik ben in een bloemenclub geweest in Dendermonde en tijdens de 35 jaar lidmaatschap heb ik echt leren bloemschikken.
Hilde: Ik hou daar niet echt rekening mee, maar ik heb een aantal boeken die gaan over bloemschikken in de kerk. Daarin staat veel over de werkwijze en ik probeer ook aan te sluiten bij sommige lezingen. Maar dit lukt niet altijd, want je bent ook afhankelijk van het aanbod en de kostprijs.
Hoe gaat dat bloemschikken precies in zijn werk?
Monique en Henriette: We werken rechtstreeks in de schaal rond de paaskaars. Voor het altaar hangt het af van de vorm die we maken. Maar we passen ons aan elkaar aan. We zorgen ervoor dat de creaties evenwichtig zijn samengesteld. We werken altijd in de kerk zelf. Als het heel koud is, werken we ook in de sacristie, omdat daar verwarming is. Maar we bekijken ons werk vanuit het oogpunt van de mensen. Dit kan alleen als je in de kerk zelf werkt.
Hilde: Als ik alleen maar bloemen in vaasjes moet steken, is dat uiteraard snel gedaan. Bij het echte bloemschikwerk duurt het uiteraard langer, maar ik hou de tijd meestal niet in het oog. Vaak begin ik thuis wanneer ik met heel verschillend materiaal moet werken. Meestal begin ik van nul, maar ik heb ook enkele voorwerpen waar houten stokjes rond geplakt zijn en daarop kan ik dan verder werken. Ik beschik ook over tijdschriften en vakliteratuur waarin concrete tips staan. Vaak raadpleeg ik het boek “Schikken tot gebed” waarin week per week nuttige tips staan.
Mariette: Meestal creëer ik echte bloemstukken. Uitzonderlijk zet ik eens een ruiker. Laatst heb ik enkele anjers gezet; daar moet ik gedurende drie weken niet naar omkijken. Tussendoor moet ik natuurlijk wel water geven. Zaterdag ben ik een hele tijd in de kerk om een bloemstuk te creëren. Ik werk het liefst in de kerk zelf en niet thuis. Kleine bloemstukjes (bijvoorbeeld voor de eerste communie) maak ik wel thuis. Maar mijn normale werkterrein is de kerk. In de winter kan het natuurlijk wel frisjes zijn!
Diane: Een gewoon bloemstuk kost me ongeveer een uur werk. Ik doe dat altijd thuis. Ik beschouw het niet als werk, maar als hobby. Ik heb ruim twintig jaar les gevolgd en toch leer ik altijd maar bij. Ik haal mijn inspiratie uit tijdschriften en boeken over dit onderwerp, maar ik kopieer nooit; ik combineer liever. Dit maakt het leuk: de creativiteit die ontstaat als je iets nieuws maakt. De vormselviering stond in het teken van muziek. Daarom voorzag ik een bloemstuk met muzieknoten erin verwerkt.
Irene: Ik ben daar toch vaak een hele namiddag mee bezig. Ook het groen moet een nacht in het water staan, anders kun je dat bijna niet gebruiken. Het maken van de drie kransen duurt wel enkele uurtjes … Voor de TV-mis op Sint-Anna-Heirbrug heb ik Mariette geholpen om enkele mooie boeketten samen te stellen. Maar in december volgt er nog een TV-mis. Dan zullen we over veel meer groen kunnen beschikken. Dennengroen gaat veel langer mee en is overal gratis verkrijgbaar.
Welke bloemen zie jij het liefst?
Mariette: Ik zie alle bloemen graag, met uitzondering van gladiolen. Een van de vroegere pastoors gebruikte die bloemen altijd. Ik vind ze mooi als ze juist uitkomen, maar onderaan zijn ze niet zo fraai. Ik zal bijvoorbeeld lelies gebruiken en rond Kerstmis amaryllis, wit en rood. Hier op school is er op het einde van het eerste trimester ook een actie waarin kerstrozen verkocht worden. En zo steun ik de school ook een beetje.
Irene: Eigenlijk zie ik alle bloemen graag. Ik werk gewoon met de bloemen van het seizoen en ik weet dat ik me moet houden aan het aanbod van het moment. Je kunt niet alles in die kransen steken, want soms ben je gebonden aan het tijdelijk kleine formaat van rozen bijvoorbeeld. Bloemen uit mijn eigen tuin vind ik wel mooi, maar die gaan slechts een tweetal dagen mee.
Diane: Ik zie het liefst rozen en calla’s. Dat zijn kelkbloemen en je vindt ze in het rood, roze, crème, geel, paars, oranje, wit en zelfs zwart. Ze hebben een lange steel en zo kun je ze laten meelopen en door elkaar weven. Ook zonnebloemen zijn mooi om mee te werken. Maar eigenlijk hou ik van alle bloemsoorten en ik doe mijn taak heel graag …
Henriette: We houden allebei van groen-witte tinten, maar mijn voorkeur gaat uit naar roze, lila en blauwachtige tinten.
Monique: Ik hou ook van roze, maar in de zomer en de herfst kun je fellere tinten gebruiken. De interessantste bloemen zijn rozen. Gerbera’s zorgen voor een mooie vulling. Ook calla’s zijn mooi om mee te werken.
Hilde: Ik heb niet echt een voorkeur. Ik weet wel dat de vroegere pastoor Bonnaerens graag lelies zag en zo probeerde ik zoveel mogelijk met lelies te werken. Een bijkomend voordeel is dat je dit ruikt in de kerk. Ik zou het jammer vinden dat er geen bloemen in de kerk staan. Eigenlijk is de weekendviering een feest en bij een feest horen bloemen.
tekst en foto’s: Geert Defauw