De dagen worden zienderogen korter, de kilte valt om je heen als je zelfs bij dag het huis verlaat. Alles spreekt er buiten en in de natuur van: de winter is ingetreden. En hoeveel negatieve kanten aan de winter ook verbonden zijn, toch is het een tijd die door de mens, sinds eeuwen, met licht wordt benaderd. Licht verdrijft de duisternis, licht geeft de mens leven en vertrouwen. De psalm bezingt hoe de duisternis van de avond geween brengt en het licht van de morgen weer vreugde.
Spelen met licht en vuur dat doen we ook in de Kerk en de liturgie. De dagen worden korter en donkerder, zoals de wereld verduisterd is door geweld, onenigheid, jaloezie, door zovele hartstochten van de mens. En spelenderwijze brengen wij er gelovig licht tegen aan. Wachter, hoe lang duurt nog de nacht ? Hoe lang nog moeten wij leven van hoop en verlangen? Wij leggen ons bij het duister van het kwaad niet neer maar blijven hopen en werken en bidden dat Gods licht de duisternis mag verlichten. En we weten dat dit geen doelloos bidden is: God wordt mens, Hij is in Jezus onder ons komen wonen en popelt van ongeduld om iedere tijd opnieuw in ieder mensenhart binnen te treden en geboren te worden, om ons leven en ons hart van binnenuit te verlichten.
Kerstmis vieren wordt dan
gelovig aanvaarden en beleven
dat de menslievendheid van God
midden onder ons is verschenen
en blijft verschijnen !
Als het donkert steken we lichten aan.
We vonken de dagen aan elkaar.
Het is lang wachten op de morgenster
aan de overkant van de nacht.
Aan de overkant zal het zijn
- de overkant van wat? -
Dat we Hem zullen vinden.
De overzijde van de trage dagen
ten oosten van bevroren stilte.
De overkant is voorbij de gevallen wolk.
En over de mistheuvel roep je niet.
In de nevel kleeft koud je stem.
Je moet je adem sparen voor stevig stappen.
We hebben slechts kaarsen
- vier stuks, vier cirkels gloed-
om te lichten tot aan de overkant,
stapsgewijs tot bij de witte sneeuw.
Klein licht voor kleine lieden.
Want spotlights zullen Hem niet vinden
daar aan de overkant
- de overkant van wat?-
de morgenster is slechts een Kind.
Graag en van harte wens ik U veel licht toe,
klein en groot, om de dagen te verlichten,
om te zoeken naar de overkant,
en om te vinden Hem
die niet ophoudt ons te zoeken en te vinden.
ZALIG KERSTFEEST!
Pr. Geert Cattrysse