Heilige parochianen
Heilige Dominicus
In de annalen van de Katholieke Kerk schijnt de Heilige Dominicus de Guzmán (ca. 1170-1221) als een prominente figuur. Zijn onwankelbare toewijding aan de verkondiging van het evangelie en zijn strijd tegen ketterijen leidden tot de stichting van de Orde der Predikheren, de Dominicanen. Zijn nalatenschap leeft voort in de spirituele traditie van zijn orde en de wereldwijde devotie tot de Heilige Rozenkrans.
Dominicus werd geboren in Caleruega, Spanje. Zijn uitzonderlijke intelligentie en mededogen bleken al vroeg. Een bekend verhaal vertelt hoe hij tijdens een hongersnood zijn kostbare boeken verkocht om de armen te helpen, stellend dat hij geen dode huiden wilde bestuderen terwijl mensen stierven van honger. Zijn priesterroeping bracht hem naar Osma. Tijdens een reis door Zuid-Frankrijk werd hij geconfronteerd met de wijdverspreide ketterij van de Albigenzen of Katharen. Deze groep had nogal afwijkende ideeën. Ze geloofden in essentie in twee goden: een goede, geestelijke god en een slechte, materiële god die de aarde en het lichaam schiep. Ze verwierpen veel aardse zaken en de structuur van de Katholieke Kerk. Dominicus zag de noodzaak om de orthodoxe leer op een overtuigende en nederige wijze te verkondigen. Samen met bisschop Diego van Osma reisde hij te voet, leefde in armoede en ging het theologische debat aan met de Albigenzische leiders. Zijn welsprekendheid en kennis maakten indruk.
De traditie vertelt dat de Heilige Maagd Maria persoonlijk aan Dominicus verscheen in een tijd van grote strijd tegen de Albigenzen. Ze gaf hem de rozenkrans als een machtig wapen tegen het kwaad en als een middel om te prediken en zielen tot Christus te leiden. Hoewel historisch bewijs uit de 12e eeuw hiervoor beperkt is, staat de diepe Maria-devotie van Dominicus en zijn vroege volgelingen vast. De Dominicanen speelden een cruciale rol in de popularisering en theologische ontwikkeling van het rozenkransgebed. In de Heilig-Hartkerk te Heiende vinden we een altaarstuk met dit verhaal. Rond 1215 stichtte Dominicus de Orde der Predikheren. Zijn visie was een orde van predikers, geleerden en toegewijde dienaars. De Dominicanen legden de nadruk op theologische studie en een eenvoudig gemeenschapsleven. De orde groeide snel en had een grote invloed op de middeleeuwse universiteiten en de theologie. Dominicus stierf in Bologna op 6 augustus 1221 en werd in 1234 heilig verklaard. Zijn feestdag wordt gevierd op 8 augustus.
In afbeeldingen van de Heilige Dominicus komen vaak verschillende symbolen voor: 1) De Ster: Verwijst naar de droom van zijn moeder dat een hond met een fakkel de wereld verlichtte, een teken van zijn toekomstige prediking. 2) De Hond met de fakkel: Symboliseert de Dominicanen als "honden van de Heer" (Domini canes), die het licht van het evangelie verspreiden. 3) Het Boek: Staat voor zijn toewijding aan studie en de verkondiging van het Woord van God. 4) De Rozenkrans: Herinnert aan de traditionele overlevering van zijn ontvangst van dit gebedssnoer van Maria. 5) De Lelie: Vertegenwoordigt zijn zuiverheid en deugdzaamheid. In de Sint-Laurentiuskerk vinden we een standbeeld van hem met enkele van deze symbolen.
Paus Franciscus zei: De heiligheid waartoe de Heer u oproept, zal groeien door kleine gebaren. Bijvoorbeeld: een vrouw gaat naar de markt om boodschappen te doen, ontmoet een buurman en raakt aan de praat, en dan begint de kritiek. Maar deze vrouw zegt vanbinnen: "Nee, ik zal over niemand kwaad spreken." Dit is een stap naar heiligheid. Thuisgekomen vraagt haar zoon of hij met haar over zijn verlangens mag praten. Hoewel ze moe is, blijft ze naast hem zitten en luistert ze geduldig en liefdevol. Dat is nog een opgave die heiligt. Dan ervaart zij een moment van angst, maar zij herinnert zich de liefde van de Maagd Maria, neemt de rozenkrans op en bidt met geloof. Dat is een andere weg naar heiligheid. Dan loopt zij de straat uit, komt een arme man tegen en praat hartelijk met hem. Dat is een volgende stap. (Paus Franciscus, Gaudete et exsultate, 16)
Heilige Dominicus, bid voor ons.
Pr. Orlando Garcia