Heilige parochianen
Johannes Nepomucenus, een naam die in de katholieke wereld synoniem staat voor trouw aan het biechtgeheim en martelaarschap, leefde in de 14e eeuw. Hoewel zijn exacte geboortedatum onbekend is, wordt aangenomen dat hij rond 1350 in Nepomuk, een dorp in het huidige Tsjechië, werd geboren. Na zijn studie theologie in Praag werd hij tot priester gewijd en bekleedde verschillende belangrijke kerkelijke functies.
Johannes Nepomucenus werd bekend om zijn diepe toewijding aan zijn geloof en zijn onwrikbare standvastigheid. Hij weigerde onder druk van de koning de inhoud van een biechtgesprek bekend te maken. Deze weigering om het biechtgeheim te schenden leidde tot zijn gevangenneming, marteling en uiteindelijk tot een gewelddadige dood. Op 20 maart 1393 werd hij van de Praagse Karelsbrug in de Moldau geworpen.
In 1729 werd Johannes Nepomucenus door paus Benedictus XIII heilig verklaard. Sindsdien wordt hij vereerd als martelaar van het biechtgeheim en als beschermheilige van Bohemen, van biechtvaders, priesters, schippers, molenaars en van het zwijgen. Zijn feestdag valt op 16 mei.
Aan Johannes Nepomucenus worden verschillende symbolen verbonden: 1) Vijf sterren: Deze verwijzen naar de vijf wonden van Christus. 2) De tong: Dit symbool verwijst naar zijn martelaarschap vanwege het weigeren om het biechtgeheim te schenden. 3) De engel: hij houdt een palmtak of een martelaarskroon boven zijn hoofd. Je kan een standbeeld in de Sint-Laurentiuskerk zien.
Het verhaal van Johannes Nepomucenus is meer dan alleen een historische gebeurtenis. Het is een krachtige getuigenis van de waarde van het biechtgeheim en van de bereidheid om voor zijn geloof te sterven. Zijn voorbeeld inspireert tot op de dag van vandaag mensen om trouw te blijven aan hun overtuiging, ook onder moeilijke omstandigheden.
Paus Franciscus zegt:
Ik doel hier niet alleen op de grove situaties van het martelaarschap, maar ook op de dagelijkse vernederingen van hen die zwijgen om hun familie te redden, of die het vermijden om goed over zichzelf te spreken en er de voorkeur aan geven om anderen te verheerlijken in plaats van te roemen, en die de minder schitterende taken kiezen, en soms verduren ze zelfs iets onrechtvaardigs om het aan de Heer te kunnen opdragen: "Maar als u het lijden verdraagt omdat u goed doet, is dat een genade van God" (1 Pe 2, 20). Het gaat er niet om dat je met je hoofd gebogen loopt, weinig spreekt of de maatschappij ontvlucht. Soms durft men, juist omdat men vrij is van egocentrisme, beleefd te argumenteren, rechtvaardigheid te eisen of de zwakken te verdedigen tegen de machtigen, ook al heeft dit negatieve gevolgen voor het imago. (Hand. 4,31).
(Paus Franciscus, Gaudete et exsultate, 119)
Heilige Johannes Nepomucenus, bid voor ons
Pr. Orlando