In 1965 speelde Jo Van Eetvelde voor de eerste keer op het orgel in de Sint-Laurentiuskerk. Dat betekent dus dat hij al 60 jaar wondermooie muziek speelt in onze parochie. Maar we vernamen dat hij nóg vroeger begon te spelen. Hoe dat komt, kan je hieronder lezen. We begonnen ons gesprek met een eerste logische vraag:
Jo, kan je jezelf even kort voorstellen?
Ik ben geboren in 1936 en in mei word ik 89 jaar. Mijn roots liggen in Doorslaar. Mijn vader is daarvan afkomstig. Hij was bevriend met Gabriël Verschraegen, een befaamd organist in die tijd. Mijn vader was daar koster-organist. Ik was de oudste van vier kinderen. Ik heb de oorlogsjaren meegemaakt en toen ik zes jaar was, is mijn grootmoeder overleden, maar niet als gevolg van die oorlog. We woonden toen in Sint-Martens-Latem. Ik herinner mij nog hoe we naar haar uitvaart gingen. Eerst met de overzetboot naar de tramhalte in Baarle. Dan met de tram naar Gent Sint-Pieters, daarna met een andere tram die alleen tot in Lochristi reed. Om in Doorslaar te geraken, deden we een beroep op een taxi. Dat is me altijd bijgebleven…
Als jonge kerel ging ik naar de kosterschool in Sint-Niklaas. Dat was een speciale afdeling van de Normaalschool, die toekomstige onderwijzers en regenten opleidde. Sommige lessen volgden we gemeenschappelijk, maar wij kregen aparte lessen voor gregoriaanse muziek, orgelspel en liturgie bijvoorbeeld. Toen werd me gevraagd om naar het conservatorium te gaan om me verder te vervolmaken. Ik was toen nog niet “op niveau”, zoals men dat zegt, maar dankzij de goede relatie tussen mijn vader en Gaby Verschraegen, werd ik tijdens de vakantie door hem bijgewerkt. Hij deed dat wekelijks, zonder enige vergoeding! Ik ben hem eeuwig dankbaar dat hij mij “op de rails” gezet heeft. Zo kon ik met een betere voorbereiding naar het conservatorium.
Hoe lang duurden die studies aan het conservatorium?
Dat duurde zeven jaar en dat vond plaats in Gent. Ik herinner me dat ik toen vanuit Sint-Martens-Latem vertrok en dat ik mijn hele studietijd op klompen liep!
Wanneer ontdekte je dat je aanleg had voor muziek?
Mijn vader was koster-organist in Sint-Martens-Latem, maar hij zorgde ook voor leven in de brouwerij! Hij zorgde mee voor een toneelmaatschappij, een zangvereniging en ook een fanfare! Hij was daar een van de leidende figuren. Ik begon in die fanfare te spelen met een saxofoon. Mijn vader slaagde erin om – zonder opleiding – de verschillende muziekspelers aan te leren hoe ze hun instrument moesten bespelen!
Wat vind je zo interessant aan orgelmuziek?
Toen ik nog aan de kosterschool studeerde, speelde ik saxofoon, maar dat instrument klinkt zó luid dat iedereen daardoor gestoord werd. Het zogenaamde “muziekkot” was een enclave van kosters en oud-kosters. Daar stond een orgel en we moesten regelmatig muziek tijdens de mis spelen. Zo is de belangstelling voor orgelmuziek gegroeid, en blijkbaar had ik een beetje talent…
Speel je nog veel op een authentiek kerkorgel?
Ik speel tijdens de mis in Doorslaar, Eksaarde en Moerbeke. Maar dit zijn elektronische instrumenten. Die klinken niet slecht, maar ik speel toch het liefst op een “echt” kerkorgel, niet in gang gezet door elektromotoren, maar een instrument zoals in Daknam bijvoorbeeld. Onlangs speelde ik op een majestueus orgel in Tereken (Sint-Niklaas), en dat klinkt zo mooi dat het mij veel speelvreugde oplevert.
In Moerbeke staat ook een mooi orgel, maar het is nu helaas onbespeelbaar. De restauratie zou veel geld kosten. Ik wil daar niet in tussenkomen, want ik heb alle begrip voor de financiële toestand van de parochies. Toch zijn er nog orgels die gerestaureerd worden, dankzij mecenassen en bepaalde personen die zich daarvoor willen inzetten. Je mag niet vergeten dat zo’n restauratie vooral handwerk is, met unieke stukken die niet in een fabriek tot stand komen.
Wie is volgens jou de beste componist van orgelmuziek?
De meeste organisten zullen onmiddellijk aan Bach denken. Dat is inderdaad zo, maar afhankelijk van wat je wil laten horen aan de mensen en voor welke gelegenheid, kan Bach heel troostend zijn, maar daarvoor zijn er ook andere componisten. Ik denk aan de Vlaamse componist Lemmens, bekend van het Lemmensinstituut. Dit is een beetje een vergeten figuur die ik opnieuw probeer boven te halen. De muziek die hij componeerde is heel goed speelbaar. Maar veel hangt ook af van hoe je jezelf voelt. Op begrafenissen bijvoorbeeld probeer ik rekening te houden met de persoon die gestorven is. Als je dan de nabestaanden kunt troosten met muziek die hen beter ligt… Maar er zijn nog zoveel andere interessante componisten, te veel om op te noemen.
Herinner je je nog je eerste “optreden” in onze parochie?
Dat was op 1 januari 1965. Ik weet nog dat het orgel in de Sint-Laurentiuskerk enkele jaren tevoren werd gerestaureerd. De neef van Gabriël Verschraegen, die ook in de Sint-Baafskathedraal speelde, heeft dat dan ingespeeld. Ik ben toen begonnen als registrant. Dat is iemand die op het gepaste moment de gepaste registers moet uittrekken, net zoals iemand die de bladen van een partituur omslaat. Voor ik zelf mocht spelen, moest ik eerst een examen afleggen. Zo moest ik ook gregoriaanse liederen kunnen zingen.
Was je daarvoor ook al ergens aan de slag?
Jawel… Toen ik een jaar of twaalf was, begon ik al mijn vader af en toe te vervangen. Ik was daarvoor ook al misdienaar en zo moest ik op zesjarige leeftijd al die Latijnse teksten leren, terwijl ik er niet veel van verstond. In die tijd waren er heel veel missen. In Sint-Martens-Latem was er om 6.30 uur een mis en een om 7.30 uur. En in Lokeren waren zelfs vijf priesters toen ik hier begon! Eigenlijk ben ik dus al zeventig jaar bezig! En tijdens mijn carrière speelde ik ook nog op orgels in de buurt (ik was hulporganist in Sint-Baafs) en was ik docent in het conservatorium van het Nederlandse Tilburg.
Je bent nog altijd heel actief en je speelt ook nog heel soepel…
Dat is een kwestie van oefenen. Orgel spelen is mijn lang leven. Als je dat op mijn leeftijd niet blijft doen, lukt dat niet meer. Maar elk orgel is verschillend.
Bedankt, Jo, voor dit boeiend gesprek en ook voor je jarenlange dienstbaarheid aan onze parochie. We hopen je nog lang te horen spelen!
Geert Defauw