15 augustus: in de volksmond ‘half-oogst’ genaamd. Voor onze land- en tuinbouwers is dit inderdaad, in het midden van de warmste dagen van het jaar, een drukke tijd. Het is de tijd van het verzamelen van de vruchten van de aarde, het werk ook van mensenhanden, en hopelijk ook: halfweg de drukke en delicate werkzaamheden…
15 augustus: een dag om toch even niét naar beneden, naar de aarde en haar vruchten te kijken maar wél om naar boven te kijken, de blik op te richten … op te richten in trots voor de weldaad van de vruchten, voor het resultaat van zoveel toewijding en zorg. Maar de blik ook oprichten in grote dankbaarheid, want meer dan om de vruchten van de aarde, gaat het op 15 augustus om de vruchten van het vertrouwen, de vruchten van geloof ook: zaaien in het voorjaar, weids en zomaar verloren in de grond; zaad, gedoemd om schijnbaar verloren te gaan, om te sterven in de aarde … maar altijd weer blijven geloven en vertrouwen dat de Heer van de oogst het tot wasdom zal brengen … dat Hij niets verloren laat gaan maar leven geeft omdat Hijzelf het leven is: voor het zaad, voor het vee, en voor de mens zelf ook die leeft in geloof en vertrouwen …
Half-oogst: een dag om daarbij stil te staan, en vooral er dankbaar voor te zijn.
Maar voor de Maagd Maria is 15 augustus niet ‘half-oogst’, maar precies het feest van de volle oogst. De volle oogst van haar leven in gehoorzaamheid aan het woord door de Heer tot haar gesproken, van trouw aan haar ja-woord: Mij geschiede naar uw woord. En dat een leven lang, in het voetspoor van haar goddelijke Zoon, de Heer Jezus. In momenten van onbegrip, zoals op die bruiloft te Cana, waar de Heer Jezus haar zegt: Vrouw, is dat soms uw zaak? In momenten van vertwijfeling wanneer haar Zoon zijn prediking niet onderbreekt wanneer zij Hem wil zien: wie zijn mijn moeder en mijn broeders? In momenten van pijn en verlatenheid om de verwerping van haar Zoon, om zijn lijden en dood. Maar ook in momenten van troost en nabijheid, wanneer Hij op het kruis tot Johannes en haar zegt: Vrouw, ziedaar uw zoon. Om die gegevenheid van haar leven, haar beschikbaarheid voor het verlossingsplan van God met deze wereld, verwerft zij het volle leven, haar door God zelf aangezegd en gegeven.
Haar leven in de schaduw, in geloof en trouw, zonder grote daden dan haar gegevenheid aan de Heer, is een heel vruchtbaar leven, een volle oogst. Zoals Paulus het schrijft aan de Romeinen: Die Hij heeft voorbestemd, heeft Hij geroepen. Die Hij riep, heeft Hij gerechtvaardigd, en die Hij rechtvaardigde, heeft Hij verheerlijkt (Rom. 8, 30). Wat bij haar sterven gebeurde, heeft zij niet zelf bewerkt, uit eigen kracht. Het is ook niet iets dat voor haar alléén is voorbehouden. Wat met Maria gebeurde, haar verheerlijking bij de Vader door haar opname met lichaam en ziel en haar kroning tot koningin van de hemel, staat ook ons allen te wachten. Maria is het begin, het beeld van de Kerk der voleinding, bidt de prefatie van deze dag. Dat is de belofte van ons doopsel: dat we ooit voor altijd zullen thuiskomen bij de Vader; daar waar we thuis horen. Zoals de Heer zegt: Daar waar ik ben, zal ook mijn dienaar zijn (Joh. 12, 26). Maria houdt in ons de hoop leven en is een troost voor het volk onderweg, vervolgt de prefatie.
Eigenlijk is er in ons eigen christelijk leven en samenleven geen plaats voor een halve oogst. Ieder van ons is geroepen en begenadigd om ten volle vrucht te dragen. Bij ons doopsel is dat wondermooie, maar o zo kleine zaadje van het geloof in ons hart neergelegd. Klein, maar ontzettend taai, haast niet kapot te krijgen, mits een minimale zorg. De droge zomers van de vorige jaren hebben ons nog eens geleerd hoe belangrijk water is voor zaad, voor leven en wasdom. Dat is ook zo in ons christelijk leven. Wil dat leven vruchten van geloof voortbrengen dan is ook levengevend water noodzakelijk. En het water van iedere dag in een christelijk leven, dat is leven naar de maatstaven van het Magnificat dat wij op dit hoogfeest van de Tenhemelopneming mogen beluisteren en uitzingen: eenvoud, dienaar zijn, trouw, barmhartig, vertrouwvol … Dan kan het zaad van ons doopsel tot volle vruchtbaarheid komen, tot een volle oogst …
Om die volle oogst durven wij dan ook bidden en zingen
Wie zaait in droefheid zal oogsten in vreugde.
Een mens gaat zijn weg en zaait onder tranen.
Zingende keert hij terug met zijn schoven. (Z.J. 922)
H. Maria, bid met ons voor die gave van de volle oogst.
Aan U allen een zalig hoogfeest van de volle oogst.
Gunter Maes