Op Goede Vrijdag lezen we het lijdensverhaal uit het evangelie van Johannes. Evangelie wil zeggen goed nieuws, blijde boodschap. Maar we horen over de foltering en marteldood van de Heer Jezus. Hoe kan dat goed nieuws zijn?
En in het verhaal van Zijn lijden en dood weerklinkt het lijden dat we om ons heen zien, waar we zo vaak geen zin mee weten. Mensen die, zoals Jezus, gemarteld worden omwille van hun geloof of overtuiging… Mensen die sterven vanwege oorlogsgeweld, blinde haat, religieus fanatisme… Pijn en verdriet vanwege onbegrepen ziekte, een ongeluk, een veel te vroege dood, een kind dat sterft… Of vanwege een breuk in de relatie, ontrouw of onmacht, ouders en kinderen die elkaar niet verstaan…. Er is zoveel lijden in de wereld, zoveel geweld, zoveel onmacht en pijn. Op Goede Vrijdag komt al dat lijden samen in de Heer Jezus, gedood aan het kruis.
Zijn leerlingen en vrienden zijn er kapot van. Ze weten zich geen raad met de dood van de Heer Jezus, met het lot dat hen treft, met God die dit alles toestaat… Waar is God? Is God er wel? …. Nog altijd stellen mensen die geconfronteerd worden met lijden, dood, met het onbegrijpelijke noodlot zich die vraag: Waar zijt Gij Heer God? Waarom hebt Gij ons verlaten?
De leerlingen trekken zich terug… Dat is de bewogen stilte van Stille Zaterdag, geen tussendoortje en afwachten, maar een actief waken en zoeken. De leerlingen gingen te rade bij zichzelf, en gaandeweg ook weer bij de God die ze eerst terzijde hadden geschoven…. Ontmoedigd, ontdaan… En ze lazen en herlazen weer de Schrift … Zo kwamen ze ook in het boek van de Profeet Jesaja bij de woorden: Man van smarten, door lijden gerijpt; toch waren het onze pijnen die Hij droeg en onze smarten die Hij op zich nam…. Ze lazen over de rechtvaardige dienaar van God, die de straf verduurde die de anderen verdiend hadden, en die in zijn onschuldig lijden de genezing door God bewerkt.
En in die woorden gingen ze de Heer Jezus herkennen. Was Hij niet de lijdende dienaar van de Heer … ? Hadden ze al niet heel zijn leven gevoeld hoe Hij vervuld was van God, hoe God in Hem en door Hem oplichtte… En stamelend durven ze geloven dat ook in dat vreselijke moment van de dood, God er wél bij was. Toonde Jezus niet, tot in zijn laatste adem, dat God met mensen begaan is dat Hij er is, ook als lijden en dood ons treffen … ? God is niet afwezig als wij lijden en sterven, maar blijft met ons begaan …
Daarom stoppen christenen het kruis, het marteltuig van de Heer Jezus, niet weg… want in het kruis zien wij het teken van de overwinning, teken van verrijzenis ook: wij geloven immers in een gekruisigde Christus … Wij stoppen het kruis niet weg. We plaatsen het zelfs als ons teken voorop. Wij hebben het tot ons herkenningsteken gemaakt. Het kruis, waarmee de Romeinen de criminelen terecht stellen, een teken om beschaamd over te zijn, werd symbool van ons geloof. Het kruis toont wie wij ten diepste zijn: wij zien de menselijke onvolkomenheid want het is door hun zwakheid dat mensen als Pilatus, de leden van het Sanhedrin, de schreeuwende menigte, de Heer Jezus tot het kruis veroordeelden. In hun zwakheid erkennen wij ook ons eigen tekort aan moed. In hun boosheid ligt onze zondigheid.
Op Pasen toont het kruis wie God is. Dat Hij altijd aan de zijde van de mens staat, ook aan de zijde van het lijden … Het snelrecht heeft vlug gewerkt bij de Heer Jezus: ’s nachts gevangen, bij het ochtendgloren gevonnist, ’s middags dood. In het onrecht van mensen doet God recht aan zijn eigen Zoon. Hij doet Hem opstaan. Pasen is Gods eigen offensief tegen de macht van het kwade in, tegen menselijke onvolkomenheid. Voor het kruis er was, wist niemand definitief en met zekerheid wat God tot de mens zou zeggen … nu weten we: God is niet de vader van de laatste kans, maar de Vader van het nieuw verbond. God komt in Jezus’ kruisdood de mens redden; wij hebben nood aan zijn hulp en Zijn liefde reikt ons steeds de hand: Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.
Zalig Paasfeest!
Gunter Maes.