Een rib uit mijn lijf.
(Genesis 2,21-22)
Woorden met wortels
Beste allemaal, het is die tijd van het jaar. De tijd van lichtjes en, laten we eerlijk zijn, de gespannen portemonnee. December! De maand van de feestvreugde én de maand waarin we onszelf massaal in het gezellige maar dure avontuur van de kerstinkopen storten. Soms, wanneer de kassaticket langer is dan de kerstboom zelf, ontsnapt ons die zucht: “Dat is een rib uit mijn lijf!”
We gebruiken deze uitdrukking wanneer iets ons veel geld kost of wanneer we een groot, pijnlijk offer moeten brengen. Maar wist je dat deze alledaagse klacht zijn oorsprong vindt in het oudste verhaal van de mensheid? We moeten terug naar het begin, naar de eerste mens in het hof van Eden.
De uitdrukking 'een rib uit mijn lijf' is een directe verwijzing naar het scheppingsverhaal in het boek Genesis. De Bijbeltekst luidt: “Toen liet God, de Heer, de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl de mens sliep, nam hij een van diens ribben weg; daarna sloot hij de plek weer met vlees. God, de Heer, bouwde de rib die hij bij de mens had weggenomen om tot een vrouw en bracht haar bij de mens.” (Genesis 2,21-22)
In de Bijbelse context is dit fragment niet zomaar een anatomische les; het is een diepzinnig verhaal over de relatie tussen man en vrouw en de noodzaak van een metgezel. Voordat de ingreep plaatsvindt, brengt God Adam in een 'diepe slaap'. Dit benadrukt dat het Gods werk is en dat Adam het passief ondergaat.
De keuze voor de rib is symbolisch. In tegenstelling tot de dieren die uit de aarde werden gevormd, wordt de vrouw uit de man zelf genomen. Oude Joodse commentaren benadrukken vaak dat God de vrouw niet uit Adams hoofd nam (omdat ze niet boven hem mocht staan) en ook niet uit zijn voet (omdat ze niet vertrapt mocht worden), maar uit zijn zijde, onder zijn arm, dicht bij zijn hart, wat duidt op gelijkwaardigheid en bescherming.
Dit 'offer' van een rib was dus geen straf of een verlies van waarde, maar de onmisbare prijs voor de perfecte compagnon, de 'hulp die bij hem past'. De rib was letterlijk het stukje van Adam dat hij moest afstaan om voltooid te worden. Hij moest iets van zichzelf inleveren om een relatie te kunnen beginnen. De sprong van de hof van Eden naar de kerstshopping in Lokeren is misschien groot, maar het principe blijft hetzelfde: de beste dingen kosten een persoonlijk offer.
En de uitdrukking beperkt zich niet tot geld. Denk aan de vrijwilligers in onze parochie die uren van hun vrije tijd opofferen om de kerk te versieren of zieken te bezoeken. Die tijd en energie zijn ook een rib uit hun lijf. Het kost hen iets waardevols, maar ze doen het voor de gemeenschap.
Soms moet een mens een moeilijke beslissing nemen in een relatie of op het werk, een beslissing die hem emotionele stress of zelfs een stukje gemoedsrust kost. “Die ruzie heeft mij een rib uit mijn lijf gekost aan zenuwen,” zeggen we dan. De rib staat dan voor onze innerlijke reserve, onze veerkracht.
Het spreekwoord herinnert ons eraan dat niets van echte waarde zonder opoffering komt. Of het nu gaat om de eerste vrouw, een perfect kerstgeschenk, of het welzijn van een gemeenschap: wij “moeten” altijd iets van onszelf opgeven.