Een tijd geleden zat ik de wachtkamer voor een doktersbezoek. Een groep mensen die elkaar niet kennen, en een ijzige stilte. Een vrouw komt binnen met een kind in een kinderwagentje. Ze neemt plaats en lacht naar haar kind. Hij lacht ook en begint onverstaanbaar te tateren. Een oudere deftige heer glimlacht. Een vrouw wuift en zegt: een vriendelijk kind, hoe oud is hij al? Een ander zegt tegen de deftige heer: een gelukkig kind, het heeft nog geen zorgen. De stilte groep van daarnet is een groep van lachende en babbelende mensen geworden. Wie bracht dat teweeg? Een eenvoudig kind!
Een kind kan veel, het haalt het goede in mensen naar boven. Er steekt in elke mens veel goeds, maar het komt vaak onvoldoende naar buiten of wordt wat ondergesneeuwd door schaduwzijden. Mocht er meer goedheid naar buiten komen, er zou ook meer vriendelijkheid en vrede zijn. Een kind roept ook tot dienstbare liefde, ouders en familie gaan er als het ware voor door het vuur. Denken we er maar wat onze ouders allemaal niet voor ons hebben gedaan. Ook als dat soms door hun onvermogen niet altijd tot uitdrukking kwam en kwetsend werd ervaren.
Is het te verwonderen dat God tot ons komt in de gestalte van een kind? Hij, de Allerhoogste, daalt af naar de mensen en wil klein beginnen. God had zich kunnen openbaren in een wereldwonder, in een overdonderende verschijning waar de wereld versteld zou van staan. Waarbij mensen misschien angstig in een hoekje zouden zijn gekropen. Maar neen: Hij wordt als een kind geboren in een stal, in een afgelegen veld. De geboorte van de Heer Jezus is als een glimlach van God naar de mensen.
De Heer Jezus werd door de profeten voorspeld als Immanuel, dat is Hebreeuws voor God-met-ons. Maria en Jozef hadden de opdracht gekregen Hem de naam Jezus te geven, dat betekent dan weer God redt. Dit heeft een diepe betekenis: wat klein is begonnen, houdt niet meer op. De Heer Jezus gaat niet meer van ons weg; Hij verandert de mensengeschiedenis en ook ons leven. In de Heer Jezus blijft God met ons. Wij kunnen blijvend op Hem rekenen.
En toch is onze wereld vol met problemen. Honger en oorlog teisteren al te veel mensen, ook kinderen, overal ter wereld. Ook in ons eigen leven en samenleven is het niet altijd enkel zonneschijn. We voelen ons machteloos, verloren.
Laat ons dan kijken naar het kind in de kribbe, dat ons zegt: God is ook klein begonnen. Wat toen begonnen is, is niet meer tegen te houden. Hoe het kwade ook aanbeukt tegen Gods plannen, uiteindelijk zal de liefde overwinnen. Maar nu al kunnen die kleine liefdeblijken van zeer velen een stroom worden die de hele aarde vrediger maakt. Alleen moeten er nog zoveel meer mensen zijn die met een groot hart voor de medemens door de wereld gaan. Kerstmis nodigt ons uit ons aan te sluiten, of inniger, bij die stroom van menselijke goedheid.
God is met ons. Wat wij dagdagelijks ten goede proberen te doen, dat heeft Gods zegen. Met al die kleine stappen redt God de wereld, en Hij wil ons daarvoor nodig hebben. In het kind Jezus glimlacht God naar ons. Over een paar weken zullen we de kerststal terug afbreken, en verliest de kerstboom zijn naalden. Maar de boodschap blijft: Immanuel, God is met ons, in de Heer Jezus, redt God.
Als een Kind zijt Gij gekomen,
als een schaduw die verbindt,
als een pijn die ons geneest,
als een nieuw begin van leven. (Z.J. 212)
Aan u allen en allen die U dierbaar zijn een zalig en gezegend hoogfeest van Kerstmis
Gunter Maes.