De kersttijd is een mooie tijd. Een tijd van grote dankbaarheid, een tijd van verlangen naar en hopen op vrede op aarde, een tijd van gelukmakende ontmoetingen, een tijd van solidariteit wereldwijd, een tijd van vieren...
In de liturgie wordt het kerstfeest voorbereid door een noveen en duurt het een heel octaaf lang verder. Zo vierden wij op 27 december het feest van de Heilige familie, op 1 januari vieren wij het feest van Maria, de moeder Gods, op 3 januari vieren wij het feest van de Openbaring des Heren en wij sluiten de kersttijd met het feest van het Doopsel van Christus. Daarna wordt de kerststal opgeborgen, de kerstbomen verbrand en de kerk opgekuist.
Rond deze tijd zijn overal de Kerstvieringen voorbij. We willen iedereen danken die op één of andere manier heeft meegewerkt om van deze vieringen iets unieks te maken : de misdienaars, de organisten, de koren, de kerkkuisers, de mensen die de kerststal opzetten, de bloemschiksters.
Door de vrijwillige inzet van velen werd het een hartverwarmende Kerst.
Ondertussen beginnen wij ook een nieuw jaar. De maand januari is de maand van de vele wensen en het uitspreken van verlangens en goede voornemens. Er worden heel veel e- mails en wenskaarten verstuurd.
Wij hopen dat alle mensen mogen gelukkig worden door de aandacht, genegenheid en solidariteit van medemensen. Gelukspillen bestaan niet. Uiteraard wensen wij goede gezondheid aan iedereen maar wij weten dat er ook veel zieken zijn. Boven de gezondheid wensen wij dat er altijd mensen rondom ons mogen zijn die van ons houden, mensen die met ons kunnen gelukkig zijn, mensen die ons kunnen troosten en bemoedigen, mensen die ons nabij blijven en verzorgen als wij ziek zijn en er geen beterschap meer te verwachten is.
Wij zullen gelukkig worden in de mate dat wij ons leven vruchtbaar maken door onze inzet in de onmiddellijke omgeving thuis, op het werk, in de ontspanning, de buurt enz. Maar ook de wereldwijde solidariteit mogen we niet uit het oog verliezen.
De Kerk roept ons op deel te nemen aan het buitengewoon jubileumjaar van de barmhartigheid. We komen daar later nog op terug. Maar nu al wensen wij iedereen het bewustzijn van eigen onvolmaaktheid, van eigen zondigheid en de ontvankelijkheid voor Gods barmhartigheid. En van daaruit kunnen wij naar medemensen toegaan met groter geduld en mildheid.
Herman Dewulf, pastoor-deken te Lokeren.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.