Zoals iedereen weet, zal het op 11 november dit jaar exact 100 jaar geleden zijn dat de Eerste Wereldoorlog officieel ten einde liep. Omdat we uiteraard niemand meer vinden die deze verschrikkelijke periode heeft meegemaakt, zochten en vonden we iemand uit Eksaarde die bereid was om over zijn ervaringen uit de Tweede Wereldoorlog te vertellen. Hij wou het liefst anoniem blijven en daar hebben we alle begrip voor. Het werd een boeiend gesprek met iemand die zich nog vele details herinnert …
Herinner je je nog hoe de oorlog begon?
Ik was negen jaar. Op 10 mei is de oorlog begonnen en ik herinner me nog goed dat er de volgende zondag een plechtige communie voorzien was (die effectief plaatsvond). Op die vrijdagmorgen – het was mooi weer - zagen we verschillende Duitse vliegtuigen in de blauwe lucht en toen beseften we dat het oorlog werd.
Er was in 1939 al volop mobilisatie: verschillende jonge mannen werden opgeroepen en dat aantal vermeerderde nog in 1940. Heel wat mensen waren toen in paniek en sommigen dachten terug aan de grote tragiek van een twintigtal jaar geleden.
Na enkele dagen begonnen de Duitsers mannen van 18 tot 32 jaar op te eisen om te gaan werken in Duitsland. Het gevolg was dat er heel wat van die mensen met hun fiets wegvluchtten, richting Frankrijk. In sommige grote gezinnen waren er wel drie jonge mannen weg. Ze reden tot in Albertville, waar het al krioelde van de Belgen. Ze moesten hun fietsen achterlaten en reden met de trein tot in het zuiden van Frankrijk (Toulouse), dat niet bezet was. Sommigen waren maar een goede maand weg, anderen bleven daar anderhalf jaar. Bij hun terugkomst bleken ze in een niet al te goede conditie te zijn. Velen hadden luizen door het slapen in barakken, waar de hygiëne ondermaats was.
Had die oorlog ook gevolgen voor jou persoonlijk?
Bij de mobilisatie vóór de oorlog werd aan de burgers gevraagd om ruimte te voorzien voor de Belgische soldaten. Ook wij moesten een slaapruimte klaarmaken voor twintig soldaten en zo bracht men op de bovenste verdieping stro aan. Maar uiteindelijk is er niemand gekomen, want ze moesten te snel terugtrekken voor de Duitse invasie. Waar nu de vrije basisschool Dol-fijn staat, was vroeger een grote barak waar vlassers werkten Dat gebouw lag vol met Belgische soldaten die halsoverkop moesten vluchten en bijna alles achterlieten, inclusief geweren en munitie. De Eksaardse bevolking kwam daar op af en ze namen mee wat ze konden. Iemand was met munitie aan het prutsen en raakte door een ontploffing twee halve vingers kwijt. Toen mochten wij daar ook niet meer naartoe.
Wanneer heb je voor het eerst Duitse soldaten gezien?
Die waren hier redelijk snel: zowat tien dagen na het officiële begin op 10 mei. De eerste kolonne met voertuigen en manschappen zagen we op het kerkplein. Moeder verbood ons om te gaan kijken (mijn vader stierf voor de oorlog), maar we waren erg nieuwsgierig en we merkten dat ook andere mensen gingen kijken. Iedereen kwam terug met de handen vol sinaasappels die ze kregen van de Duitsers. Die kwamen vanuit Antwerpen en aan de haven hadden ze een lading sinaasappels buitgemaakt, zodat wij ook overstelpt werden met deze vruchten.
Eigenlijk hebben we van de bezetters niet al te veel last gehad. Zij reden hier rond en een beetje verder stond hun kanon. Ze verbleven hier ook niet zo lang, zodat ik weinig soldaten gezien heb. Alleen in 1944 zag ik dat ze moesten wegtrekken. Maar sommige inwoners moesten tijdens de eerste maanden in hun huis Duitse soldaten opnemen. Ik herinner me ook nog dat hun laarzen met ijzers waren beslagen en dat ze altijd zongen terwijl ze door de straten marcheerden. We konden ze van ver horen afkomen … We zagen hoe ze hun kanon afstelden en oefenden, en dat vonden wij als jongeren natuurlijk interessant. We ondervonden dat de gewone soldaten die oorlog ook maar niks vonden. Onder hen was een onderwijzer die drie kinderen had. Die zei heel vaak: “Krieg, nicht gut!” Een andere soldaat woog wel 100 kilo en die kwam in de winkel altijd een kotelet met veel vet vragen.
Ik heb vernomen dat de rantsoenering strikt werd toegepast. Hoe verliep dat?
Dat ging met zegeltjes. De slagers en bakkers moesten een lijst opstellen met mensen die hun naam hadden opgegeven. Die waren verplicht om alleen daar de producten te kopen met de zegeltjes. Die zegels werden dan naast mekaar op een borderel kleven. Voor alle levensmiddelen waren zegeltjes voorzien. Wie zwaar werk verrichtte, kreeg enkele extra zegels en die moesten elders vastgekleefd worden. Maar wie geen zegels had, mocht in principe niets kopen. Na verloop van tijd ontstond wel een zwart circuit, met de nodige risico’s. Sommigen hielden een varken dat ze niet hadden aangegeven. Elk dier moest gedeclareerd worden. Op misbruik stonden heel zware boetes.
Hebben jullie veel honger gekend?
Bij ons viel dat nogal mee. In een plattelandsgemeente als Eksaarde waren veel mensen die een moestuintje hadden, maar wie in de stad woonde, kende echt veel honger. Toen ik 12 jaar was, ging ik in augustus telkens voor een week werken bij familie op het Heiende. Dat waren boeren en ik ging helpen bij de oogst, zodat mijn moeder een mond minder moest voeden. Maar ik weet nog dat er op het Heiende zeven werkmanshuisjes stonden en die kinderen moesten elke dag eten schooien.
Hoe verliep de verbinding naar Lokeren? Ik veronderstel dat er toen een trein reed?
Ja, maar zowat anderhalf jaar heeft er geen trein gereden. Onze soldaten hadden de Spletterenbrug met springstof gesaboteerd, waardoor die middendoor ingezakt was. Je kon er te voet over, tenminste als het eb was, want de Moervaart was toen een getijderivier. Maar de treinen werden zo geblokkeerd.
Tijdens de winter zochten de mensen brandstof in de vorm van cokes. Die vonden ze aan de spoorlijn naar Lokeren, waar de trein op de spoorwegberm reed. Maar ook dit bleef niet eindeloos duren. Toen er weer treinen reden, stapten de mensen langs het spoor, in de hoop kolen te vinden. Die waren nodig voor de stoomtreinen en soms viel er een schep kolen naast de locomotief. Wie geluk had, kon zo een beetje extra brandstof meenemen, maar het typeert wel hoe de mensen soms hopeloos op zoek waren naar middelen om zich te verwarmen.
Zijn hier veel huizen beschadigd door bombardementen?
Dat viel goed mee. Alleen vlak vóór de bevrijding in september 1944 schoten de Duitsers vanuit Moerbeke, waar nu het gemeentehuis is, naar Eksaarde. Ik was toen op het Heiende, maar ons gezin moest in de kelder gaan schuilen. Maar de meeste kanonschoten waren te ver of te dicht. Alleen enkele huizen in de Bautschoot werden getroffen.
Hoe verliep die bevrijding dan?
Op 8 september 1944 zijn de eerste Engelsen hier gearriveerd. Daarna werden ze afgelost door Poolse soldaten. Via Moerbeke trokken ze verder naar Zeeuws-Vlaanderen, waar ook hevig werd gevochten.
Rond 8 september zagen we veel Duitsers voorbijkomen, maar nadien hebben we er geen meer gezien. Enkele dagen ervoor was er een waaghals die de Belgische vlag aan de kerktoren hing. Gelukkig voor hem lieten de Duitsers dit zo, wat hun gelatenheid op het einde wel typeert.
Enkele Polen zijn in Eksaarde gebleven en hebben hier een gezin gesticht. En zo zie je dat de geschiedenis zich nu herhaalt: vele vluchtelingen keren ook nooit meer terug naar hun vaderland, omdat ze hier een beter leven hebben.
Geert Defauw