Meer dan 2000 jaar geleden ging een oude man ’s ochtends vroeg op pad.
Net als iedereen in die tijd trouwens: het was toen, net als nu een drukke en woelige tijd. Thuisblijven is dan geen optie. Mensen zoeken het leven op. Ze zoeken wat te verdienen, wat te eten, een plan uit te voeren. Zeloten zochten een opstand, Farizeeën zochten discussie, Sadduceeën zochten vooral het eigen gewin. Mensen moeten op pad, afspraken nakomen, belastingen innen, zaken regelen, dingen doen zoals het moet, zoals voorgeschreven. Dingen doen die vaak toch niet het gehoopte resultaat brachten…
De natuur der dingen is dat ze zullen ontgoochelen.
Dat is niemands schuld,
het is nu eenmaal zo.
Amos Oz.
In het oude Israël moest de pas bevallen moeder zich volgens de wet laten reinigen in de tempel. Om zich te zuiveren, konden de jonge ouders een duif of een ram offeren. Beviel de moeder van een jongen, dan gebeurde de reiniging na 40 dagen. Zo moesten die dag dus ook Jozef en Maria op pad met een koppeltje duiven, het offer van de arme.
Anna en Simeon moesten die dag niks. Ze konden ook weinig meer dan niets: Anna was meer dan 2000 jaar geleden al 84 jaar. En ook Simeon had het allemaal onderhand wel eens gezien.
Zij zochten die dag niets meer te verdienen. Zij hadden geen plan uit te voeren of afspraak na te komen. Waarom zouden zij eigenlijk nog op pad gaan?
Simeon had nochtans een goede reden. Zijn naam vertaald als ‘luisteraar’ of ‘degene die oor heeft voor God’. Simeon had een heel speciale belofte gekregen: dat de dood hem niet zou treffen, voordat hij de Gezalfde des Heren zou hebben aanschouwd. Hij was één van de zeer weinigen die door de Heer hiervan op de hoogte was gebracht. Simeon heeft goed gehoord wat de Heer hem influisterde. Hij liet zich leiden door Gods Geest. Zo kwam hij precies op het juiste moment op de juiste plaats: het huis van God.
En daar gebeurt het, midden de drukte van de dag, in de trivialiteit van het alledaagse, vormt zich daar de kern van ons geloof: de ontmoeting.
Aan het begin van het christen-zijn staat niet een ethische beslissing of een grootse gedachte,
maar de ontmoeting met een gebeurtenis,
met een Persoon die aan ons leven een nieuwe horizon en daarmee zijn definitieve richting gaf.
(Deus caritas est, paus benedictus XVI)
Simeon neemt het kind in de armen en herkent het onmiddellijk, dit is het. Het beslissend moment.
De vreugde die in zijn armen ligt, is groter dan hij alleen kan dragen. Onmiddellijk verkondigt hij Gods lof. Zijn angst voor de eigen dood sterft op het moment dat hij de toekomst van de wereld in handen houdt; alles komt werkelijk waar goed. Wie kan bij zoveel leven de dood nog vrezen? De liefde vormt het nieuwe en tegelijk ook definitieve perspectief voor Simeon.
Na dat hij god geloofd heeft voor het kind, zegent hij het, want aan Gods zegen is alles gelegen. Hij grijpt het kind niet. Hij kent goed zijn eigen beperkte rol. Hij geeft het kind terug uit handen en verdwijnt daarna voorgoed in de coulissen van de geschiedenis. Wie het geluk gekend heeft jonge kinderen te ontvangen in de familie begrijpt voor een stuk hoe Simeon zich gevoeld heeft bij deze ontmoeting. Het perspectief dat een nieuw leven brengt, hoe het onze kijk op de dingen in de wereld verandert en onze hoop vergroot en verankert. De liefde die ons terug brengt naar de bron, de essentie: ik hou zo veel van jou.
Alle jonge kinderen uit onze parochie zijn dit weekend nog meer dan anders verwacht en welkom in de viering. Als gelovige gemeenschap zullen wij hen, net als Simeon en Hannah verwachten, God loven, hen zegenen en bidden tot God dat zij, mede gedragen door onze liefde en zorg, mogen opgroeien en toenemen in krachten, vervuld worden van wijsheid en dat de genade Gods altijd op hen moge rusten.
Bert Schelfaut