Een koning vroeg eens aan een wijze: wat is het licht van de mens?
De wijze antwoordde: de zon, want alleen dankzij de zon krijgt de mens warmte zodat hij zich kan voortbewegen.
Maar als de zon is ondergegaan, wat is dan het licht van de mens, vroeg de koning.
Dan is het de maan, antwoordde de wijze man, want ook met de maan als gids kan de mens van de ene plaats naar de andere gaan.
En wat als de maan ook onder is gegaan, wat is dan het licht van de mens?
Het vuur is dan zijn licht, antwoordde de wijze, want daardoor krijgt hij ook warmte.
Maar als de zon en de maan zijn ondergegaan en het vuur is gedoofd, wat is dan het licht van de mens?
Nu antwoordde de wijze: het licht van de mens is dan de kracht dit ontstaat wanneer mensen samenkomen.
Allemaal breekbare individuen, die niet altijd beseffen hoe ze een licht voor elkaar kunnen zijn.
(Uit de homilie van E.H. Alfons Willems op Lichtmis.)