Even raakt het ene jaar het andere aan: een streepje tijd als een einder tussen hemel en aarde.
We kijken achterom en zijn alweer op weg. Er is geen einder, slechts on-eindigheid tussen hemel en aarde.
We zijn slechts adem van Gods levensadem, zo ijl en vluchtig maar warm genoeg om elkaar te zoenen en te zeggen: ‘Zalig mag het zijn jouw nieuwjaarke soete.’